Ons brein kan moeilijk leugens ontdekken
Gemotiveerd redeneren (motivated reasoning) is het redeneren om een of ander belang te dienen. En dat doen we allemaal, bewust of onbewust. Soms tot eigen schade en schande.
Zo verzamelen we argumenten die we graag geloven omdat ze een opvatting van ons aantonen en bewijzen. En als dat niet zo is, dan passen we onbewust de feiten wel wat aan. Kijk naar een politiek debatprogramma en je ziet de voorbeelden voor je. We geloven onbewust enkel die informatie die onze opvattingen steunt. Dit noemen we cognitieve dissonantie en confirmation bias.
Cognitieve dissonantie en confirmation bias
Cognitieve dissonantie is een concept dat werd bedacht door Leon Festinger (1957). Mensen handelen volgens hun overtuigingen. En als we nu informatie krijgen die onze overtuigingen tegenspreekt, dan voelen we ons ongemakkelijk. (cognitieve dissonantie.) Onbewust willen we die informatie dan maar negeren. Dat vermindert dan de cognitieve dissonantie en we voelen ons weer goed. Erger nog, soms passen we, bewust of onbewust, de feiten aan. Of liegen we. Tegen onszelf of tegen anderen.
Als we een overtuiging genoeg vertellen en herhalen geloven we meer en meer in juistheid ervan. Ons brein staat ons maar moeilijk toe onze fouten toe te geven. En als men onze overtuigingen tegenspreekt, wel dan doen we nog meer aan cognitieve dissonantie. Dat leidt tot ongelooflijke discussies. Tot het absurde toe. Het laatste boek van Daniël Levitin toont dat glashelder aan.
We kunnen mensen bijvoorbeeld leren zich enigszins te wapenen tegen de confirmation bias door hen te trainen in rationaliteit en logisch denken ( RET) en door inzichten in de werking van het brein. Door scholing, fact checks, een onafhankelijke pers, een onafhankelijke rechtspraak kunnen we leren beter om te gaan met confirmation bias.
De bekenede neurowetenschappers Daniel Levitin ( A Field Guide to Lies) en Jonathan Kaplan deden baanbrekend onderzoek. Ze onderzochten angst en overtuiging en kwamen zo uit bij de amygdala in het brein. Die structuren veroorzaken woede en angst en manipuleren ons bewuste brein om te handelen volgens vooraf ingeslepen patronen. De amygdala is een kleine structuur in het brein die betrokken is bij het aansturen en veroorzaken van verschillende emoties. De amygdala staat in verbinding met de orbitofrontale cortex. De orbitofrontale cortex is belangrijk bij het maken van plannen en beslissingen.
De amygdala stuurt verschillende emoties aan zoals angst en agressie. Wetenschappelijk onderzoek toont aan dat als mensen een grotere amygdala hebben, agressiever zijn.
Je zult veel tijd moeten steken om kritisch te leren denken. We krijgen veel informatie en heel veel is niet te betrouwen. We zullen zelfs moeten leren omgaan met vervalste fact checks. Er is dus een markt voor “Check fact checks.” Want leugens en listen bestaan zolang er mensen bestaan. Alleen, nu komt er zoveel op ons af, en er zijn zovele mogelijkheden tot misbruik, dat men vaak door de bomen het bos niet meer ziet.
En op basis van die eeuwenoude of onbestaande bomen vormen we soms een oordeel. En dan kunnen of willen we er niet meer vanaf. Ons brein wil zich vasthaken aan de informatie die het kent en staat niet open voor nieuwe informatie. Want in de oertijd geraakte men moeilijk aan info. Eens men die dan had, wou men er niet meer vanaf. Dat was dan een overtuiging en mensen stierven liever dan die overtuiging te veranderen.
Om kritisch te denken moet men gezond eten, bewegen en voldoende slapen. Anders kun je niet veel goeds verwachten. Aan de taal die men spreekt kun je soms al horen dat het over nepnieuws gaat. Men veralgemeent, men spreekt over een “strijd” die moet gevoerd worden, men voorspelt de toekomst. Dan is het altijd oppassen geblazen. Kijk maar eens naar de recente verkiezingen en volksraadplegingen in deze wereld. Nadien zullen voor- en tegenstanders van het resultaat bij hun oorspronkelijke mening blijven, wat ook de feiten zijn en wat men ook zegt. Discussie heeft weinig zin.
En dat heeft zelfs een invloed op onze gezondheid. Lang pijn lijden kan ervoor zorgen dat die pijn nog moeilijk te verhelpen valt, ook al is de oorzaak weg. Zeker voor hoofdpijn, nekpijn, spierpijn en dergelijke. Het ervaren van pijn slijpt banen in ons brein zodat we die pijn blijven waarnemen. Ook wanneer de oorzaak weg is. Er is dus meer nodig dan louter objectieve medische therapie. Men moet ook het brein aanpakken en pas wanneer we er in slagen de pijn een tijdje te onderdrukken zullen deze banen in het brein veranderen. Dat moet allemaal wel onder medisch toezicht gebeuren natuurlijk. Want pijn blijft een belangrijk signaal. Maar het is wel een complex signaal.
Dus tegenargumenten helpen meestal niet. Niet bij overtuigingen. Zeker niet bij overtuigingen die al lang bestaan. In tegendeel, ze versterken de reeds aanwezige overtuigingen. En dat komt omdat mensen onbewust angstig worden als ze een overtuiging moeten veranderen. De amygdala veroorzaken dan hevige emotie en stress, boosheid en walging. Overtuigingen hebben dan een emotionele lading gekregen, en men reageert op tegenargumenten op dezelfde manier als op iets wat echt levensbedreigend is. Het vlucht- of vechtsysteem schiet in actie. De geruststellende werking van logisch denken komt 5x later op gang en wordt zwakker naarmate de druk om te veranderen groter wordt.
Een eenmaal aangeleerde overtuiging valt niet meer uit te wissen, tenzij met zeer langdurige training en oefening. Die training lijkt sterk op stresstraining.
Ervaringen die in het verleden gekoppeld waren aan iets bedreigend blijven heel lang negatieve reacties uitlokken. Het is hetzelfde als het reflex van Pavlov. De focus is zodanig geconcentreerd op datgene wat angst uitlokt, dat andere prikkels niet meer binnenkomen.
Men wordt zelfs op voorhand angstig en men vermijdt discussies. Men kijkt angstig rond. Zijn er geen triggers aanwezig? Dat kunnen mensen zijn waarvan men weet dat ze een andere overtuiging hebben, of mensen die praten over angst of pijn of voorwerpen die ooit aanwezig waren in een angstaanjagende situatie. Een geranium of een fruitschaal of een trap. En dat vergroot de angst zodat angst voor angst soms uitgroeit tot een ware obsessie. En zo wordt ons brein steeds maar actief en handelt volgens de ingeslepen banen. Angstige mensen willen niet rationeel denken. Ze willen vluchten en ze zoeken hulp. Om ze te helpen is dus in elk geval veel geduld nodig.
Angst
Ons brein is dus default ingesteld op angst. We willen weglopen van het gevaar. Dat was in de oertijd ook erg nodig. Overal loerde het gevaar. Een wild dier, een vijand, natuurrampen. Men moest op zijn hoede zijn. Het was opletten of opgegeten worden.
Momenteel zijn er veel andere gebeurtenissen die angst veroorzaken : berichten over terrorisme of oorlog, ongevallen, opwarming van de aarde, fijn stof, voedsel dat niet geschikt is, ebola of andere moderne ziektes, resistentie tegen antibiotica…Mensen worden onzeker. En dan bouwt men maar een verklaring of een weerstand op om die onzekerheid de baas te kunnen. Eens onze focus op deze nieuwe schijnzekerheden is het kwaad gebeurd. Een tegenargument wordt dan een nieuwe bron van onzekerheid. Onze amygdala zijn alert. Ze laten dat niet meer toe. Ze staan op de hoogste alarmfase.
En er ontstaat angst. Van defensieve gedragingen, woede, boosheid tot zware acute angst, fobieën en obsessies. DE amygdala maken stresshormonen en houden ons hyper waakzaam en ongerust. Ze vermijden dat we nog luisteren naar de taal van de logica. Mensen die met tegenbewijzen komen opzetten om aan te tonen dat het allemaal zo’n vaart niet loopt, worden afgedaan als leugenaars. We leven volgens onze vooroordelen.
Angst kan gunstig zijn als het niet te ver gaat. Een vorm van aandacht is nodig. Maar angst voor zeer onwaarschijnlijke zaken in ons leven kan zeer invaliderend werken. Medisch onderzoek is goed om ziekte te voorkomen, maar teveel medische handelingen zijn ronduit schadelijk.